Interview: Kees Procee

Mijn naam is Kees Procee. Ik ben 76 jaar geleden geboren in Sumar, een klein dorpje in de Friese Wouden, waar ik tot mijn 15e jaar heb gewoond. Ik ervaarde daar de kerk vaak niet als zwaar dogmatisch, maar om zo te zeggen als vrolijk orthodox.

In 1956 kwamen we als gezin naar Almelo, waar ik ging werken bij Palthe. Uiteraard was de overgang van een Fries dorp naar de stad wel even slikken.

Ook kerkelijk was dit wel even anders. In Sumar was je hervormd of gereformeerd, meer smaken waren er niet. In Almelo kom je dan met meer stromingen in aanraking.

In 1958 ben ik aan een totaal nieuwe loopbaan begonnen. Van 1958 tot 1995 heb ik gewerkt bij de Koninklijke Marechaussee in diverse functies.
In mijn laatste functie was ik hoofd van de Centrale Recherche van de marechaussee.

Sinds 1963 ben ik gelukkig getrouwd met Nel, die ik in mijn Palthetijd had leren kennen. We hebben twee dochters en ook werden we de opa en oma van drie kleindochters.

In 1994 zijn we in Wierden komen wonen, vlak voor mijn vertrek bij de KMar. Daarvoor hebben we achtereenvolgens gewoond in Almelo, Harderwijk, Breda, Apeldoorn, Seedorf (Dld) en weer Apeldoorn.

Wat betekent geloven voor mij?

In mijn jonge jaren was in je opvoeding het geloof een vanzelfsprekendheid. Dagelijkse bijbellezing en het kerkbezoek waren een wezenlijk deel van je bestaan. Later wordt zoiets toch wel anders. Vooral het geloof in dingen die toen, in je beleving, als vaststaand golden gaan wankelen.

Een vraag zoals: “Is de inhoud van de bijbel iets dat waar gebeurd is of mag je twijfels hebben?” wordt een indringende vraag, die je bezig kan houden.

Interessant vind ik wat dat betreft een stelling die ik tegenkwam: “De bijbel hoeft niet waar gebeurd te zijn om toch waar te zijn”.
De bijbel heeft voor mij waarde in de zin van inspiratiebron.

Als je de bijbel leest als bron voor het op goede wijze om te gaan met jezelf en de mens en de schepping om je heen dan heeft de bijbel een grote waarde. Het is niet zinvol je druk te maken over de vragen of iets echt gebeurd is, maar lees de boodschap achter de verhalen, dan krijgt een verhaal pas een waardevolle betekenis.

Geloof moet een deel worden van je eigen innerlijk. Hoe kijk ik naar mezelf en hoe breng ik de opdracht om echt om te zien naar elkaar over naar anderen. Vooral de vraag “Hoe maak je dit waar in de wereld waarin je leeft” is een wezenlijke vraag voor mij. Als we kijken naar de wereld met al het geweld en mensonterend handelen dan bekruipt je het gevoel dat je met welk geloof dan ook geen kant op kunt.

De Emmaüsgangers

Ook in onze persoonlijke omstandigheden, waarin we niet bepaald verschoond bleven van ziekte en zorg,  komt die vraag heel persoonlijk binnen. Wat kan ik er mee. Vaak denk ik dan toch aan onze trouwtekst uit het verhaal van de Emmaüsgangers  – “en Hij ging binnen om bij hen te blijven” –  Jezus niet tastbaar maar toch troostend aanwezig.

In dat geloof – vertrouwen –  mag je samen in je gezin werken aan vertrouwen naar de toekomst. Veel steun en hulp kregen we vanuit de Kapelgemeenschap en dan zie je toch dat het geloof in het omzien en liefde naar elkaar je overeind kan houden.

Wat betekent Jezus in mijn leven?

Als we in de bijbel het werk en leven van Jezus zien dan is zijn boodschap duidelijk gericht op de taak van de mens in deze wereld, gericht op vrede, gerechtigheid en liefde naar elkaar.

Helaas zien we hier in de praktijk weinig van terecht komen. Maar toch moeten we, vanuit bijbels perspectief ons inzetten voor de mens en de wereld om ons heen.

Het heeft weinig zin om ons bezig te houden met de letterlijke inhoud van de bijbel, als we de boodschap niet begrijpen en weten uit te dragen. Jezus ging ons daarin duidelijk voor.

Plaats in de Kapel

De Hervormde Kapel, waar we onderdak vonden na onze omzwervingen in Nederland en Duitsland was voor ons een kerk waar we ons direct thuis voelden.

De Kapel biedt ruimte aan ieder die de vrijheid zoekt om zijn geloof op eigen wijze invulling te geven. De zondagse kerkdienst is voor mij een moment van samenzijn in ogenblikken van stilte en inkeer. Het samen zingen en luisteren naar de boodschap van liefde en vertrouwen is inspiratie voor mijn omgang met mijn omgeving en de kijk op de problemen in de wereld.

In het kerkelijk jaar is de paascyclus voor mij het hoogtepunt. Het paasfeest is voor mij het nieuwe begin, nieuw leven, ruimte voor de toekomst. Geen einde in de dood, maar doorgaan in nieuw leven.
De graankorrel sterft, maar brengt daarna veel vrucht voort.

Persoonlijk geeft mij dat het gevoel van zingeving aan het leven, nu en in de toekomst, wat er ook mag gebeuren. Zo zie ik Goede Vrijdag en Pasen als begin en niet als een einde.

Ook de vraag over leven na de dood wordt dan niet een geloven in hemel of hel, maar in voortleven in de Geest.

Ik vind dat in het bijzonder terug in Lied 316:

Het is niet aan de overzij.
Wat zegt gij dan: Wie zal voor mij
de wijde oceaan bevaren,
wie brengt van de overkant der zee
de schat der diepe wijsheid mee,
die ’s levens raadsel kan verklaren?

Het is ook in de hemel niet,
hoe vaak gij ook naar boven ziet
en droomt van bovenaardse streken.
Wat gij ook in de sterren leest,
alleen de Geest beroert de geest,
alleen het woord kan ’t hart toespreken.

Het woord van liefde, vrede en recht
is in uw eigen mond gelegd,
is in uw eigen hart geschreven.
Rondom u klinkt de stem van God:
vrijspraak, vertroosting en gebod,
vlak voor u ligt de weg ten leven.

Categories: Geloven in de Kapel

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.