Geloven in de Kapel: Marianne Benard

Even voorstellen

Mijn naam is Marianne Benard-Boertjes. Ik ben 48 jaar oud en geboren en getogen in Zwolle. Ik studeerde theologie in Utrecht, waar ik Kees ontmoette. In 1995 zijn we getrouwd en woonden we samen een half jaar in Zuid-Afrika. Een ervaring die ons voor het leven heeft gevormd.

Terug in Nederland volgde ik de kerkelijke opleiding in Leiden en rondde ik mijn studie af. Tussendoor werden onze twee oudste kinderen Thomas en Elise geboren.

In 2004 werd ik predikant in Wichmond. Daar kwam onze jongste Thomas bij ons wonen. Ook Kees rondde zijn studie af en werd in 2011 gemeentepredikant in Lemelerveld. Ik koos er toen voor ander werk te zoeken. Immers: Wie zou er anders ’s avonds onze kinderen in bed moeten leggen?

Er volgden pittige jaren: Veel en hard werken, maar zonder eigen, vaste baan. In 2014 werd ik tijdelijk predikant in Bergentheim. Daarnaast specialiseerde ik me in rouw- en verliesbegeleiding. Sinds 2016 werk ik met ongelofelijk veel plezier als geestelijk verzorger bij TriviumMeulenbeltZorg (TMZ) in Almelo en Westerhaar. Wat ben ik daar op mijn plek!

Afgelopen zomer ben ik voor mijn werk binnen TMZ verbonden aan de Protestantse Gemeente Almelo, als predikant met bijzondere opdracht. Twee dagen daarna zijn we met ons gezin verhuisd naar de pastorie in Wierden.

De kerk

Als kind voelde ik me thuis in de kerk. Mijn ouders waren trouwe kerkgangers, maar heel af en toe wilden ze ook wel een keer wilden thuisblijven. Ik herinner me dat ik een keer bij hun bed stond en vroeg of ik dan alléén mocht gaan. Het eindigde er mee dat het hele gezin die ochtend toch naar de kerk ging.

Op de lagere school spaarden we voor de Surinamezending. Soms kregen we plaatjes mee van de kinderen voor wie we spaarden. Ik vond het oneerlijk dat zij zo arm waren en nam me voor om later die armoede op te oplossen en de wereld te verbeteren: ik wilde zendeling worden.

In de jaren die volgden veranderden die plannen van zendelinge naar ontwikkelingswerker, maar de wereldverbeteraar bleef.

Na de middelbare school ging ik theologie studeren. De kerk bleef trekken, al leerde ik tijdens mijn studie ook haar minder mooie kanten kennen.

In Zuid-Afrika leerde ik dat je helemaal niet ver weg hoeft te gaan om de wereld te verbeteren.

Na het afronden van mijn studie stond ik voor een keuze: kies ik voor een plek in de kerk, of in de wereld (bijvoorbeeld in het buurtwerk) om aan mijn idealen te werken?

Weer koos ik voor de kerk. Daar wilde ik mijn startpunt nemen, maar wel met de ramen en deuren open naar buiten.

Ik werd dominee in een dorpje in de Achterhoek. Daar leerde ik dat er achter iedere voordeur mensen wonen met hun eigen verhaal van vreugde en verdriet. En wat is het een kostbaar geschenk om zomaar in die verhalen te mogen delen!

Geloof

Als dominee mag / moet je met enige regelmaat preken en overwegingen schrijven. Ik vind dat vaak een hele toer. Vaak ook, omdat ik meer vragen heb dan antwoorden. Maar eigenlijk geloof ik ook dat dat goed is.

Geloven heeft voor mij alles te maken met een zoekend en verwonderd in de wereld staan, zonder pasklare antwoorden. Volgens mij wordt geloven veel te vaak verward met geloven dat … God bestaat bijvoorbeeld. Het gaat voor mij veel meer om geloven in God.

Het woord geloven kun je dan ook prima vervangen door ‘vertrouwen’. Ik geloof in God, die zichzelf noemt ‘Ik zal er zijn’. Mooi hè! Gods naam is ‘Ik ben er bij’. Aan mij de opdracht om die God zichtbaar te maken in mijn leven, door er zelf te zijn voor anderen. En tegelijk betekent die naam óók de belofte, dat ik zelf nooit alleen ben.

Het mooie van preken is dat je soms dingen tegenkomt die je zelf raken.

Zo leer ik meer en meer dat veel teksten die voor mij altijd een opdracht betekend hebben, vaak tegelijk óók een belofte inhouden. Bijvoorbeeld: je naaste liefhebben … als jezelf!

Mijn hele leven gaat het verhaal van de Barmhartige Samaritaan met mij mee: zoals die Samaritaan wil ik graag zorg dragen voor de mensen op mijn pad.

Maar steeds meer leer ik dat het zorgen voor een ander niet kan zonder ook te mogen zorgen voor mijzelf. Vanuit het geloof dat ik voor God net zo belangrijk ben als een ander. Ik heb mijn geloof ook wel eens samengevat in twee kleine woordjes: ‘En toch …‘

Ondanks alles wat op het tegendeel wijst, blijf ik geloven in een God die liefde is, en blijf ik geïnspireerd door Jezus, wiens verhaal verder gaat, zelfs nadat alles op Goede Vrijdag dood leek te lopen.

Tóch blijf ik geloven dat leven sterker is dan de dood, liefde sterker dan haat, en dat het dus anders kan in de wereld. Want waar mensen dat blijven geloven, krijgt het leven, die liefde en die betere wereld bestaansrecht. Ik blijf toch een wereldverbeteraar …

 

 

Categories: Geloven in de Kapel

1 reactie

  1. Eva schreef:

    Mooi om te lezen. Bijzonder verhaal met een nobel streven. Ik las onlangs uw column. Mooi! Geeft toch een kijkje in wat het werk van een geestelijk werker inhoudt. Hoe men het ook wendt of keert, heel deze crisis heeft ook weerslag op het werk van jullie als voorganger.

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.